Geschiedenis
Ten tijde van het Ottomaanse Rijk was Palestina geen afgebakend geografisch gebied. Bestuurlijk was het gebied dat na 1920 als Palestina werd aangeduid verdeeld over de Sanjak (district) Jeruzalem en de Vilayet Beiroet. Het maakte deel uit van de landstreek Syrië, die in 1920 werd verdeeld tussen Frankrijk (het huidige Syrië en Libanon) en het Verenigd Koninkrijk (Palestina inclusief Transjordanië). In 1921 werd de Jordaan door Winston Churchill als oostgrens voorgesteld. In deze tijd was er ook geen homogeen Palestijns volk, maar woonden een groot aantal bevolkingsgroepen in het gebied: Arabieren (moslims en christenen), Joden, Bedoeïenen, Turken, Armeniërs, Bosniërs en andere groepen. Er zijn verschillende definities van de term ‘Palestijnen’
-Brede definitie : verwijst naar alle voormalige bewoners van het Britse mandaat over Palestina en/of hun nakomelingen, dus inclusief de Palestijnse joden. Hoewel Transjordanië tot 1923 ook onder het mandaat viel, werd het door de Britten tot een apart gebied benoemd. De toenmalige inwoners van wat nu Jordanië is, waren voornamelijk nomadische bedoeïenen en geen Palestijnen.
-smalle definitie : alleen de inwoners van de gebieden onder bestuur van de Palestijnse Autoriteit en de Palestijnse overheid in de Westelijke Jordaanoever, en van de Gazastrook (samen met Oost-Jeruzalem = Palestijnse Gebieden).
In tegenstelling tot Syrië en Jordanië, leeft in Libanon nog twee derde van de Palestijnen in kampen. Volgens studie van de UNHCR is 56% van de vluchtelingen werkloos. In Libanon heeft slechts 37% van de Palestijnen werk. Tot 2005 hadden zij geen toegang tot 73 beroepsgroepen . Dit aantal is inmiddels teruggebracht tot 30 beroepen, waaronder de vrije beroepen zoals het beroep van arts.
Het Palestijns nationalisme is met name in de jaren zestig opgekomen, samen met de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO (Palestine Liberation Organization). het doel van de organisatie het "bevrijden" van de Palestijnse staat met de grenzen zoals die door het Britse mandaat geschapen zijn en

zoals deze tot 1947 van kracht waren.
Hoewel de PLO tegenwoordig ook parlementair en diplomatiek politiek actief is, was zij vroeger van mening dat een gewapende strijd het enige alternatief was voor de bevrijding. Dat ging zelfs zover dat de PLO zich tijdens de Tweede Golfoorlog solidair verklaarde met Irak, terwijl van alle Arabische staten alleen Jordanië uit pragmatische overwegingen enigszins pro-Irak was.
Op 9 september 1993, enkele weken na de ondertekening van de Oslo-Akkoorden, verklaarde Yasser Arafat dat de PLO het recht erkende voor een soevereine staat Israël. Daarop kreeg de organisatie een zetel in de Verenigde Naties als wettelijke vertegenwoordiging van het Palestijnse volk toegewezen, wat Israël en de Verenigde Staten steeds geblokkeerd hadden.
Palestijnen wonen niet alleen in de westelijke-Jordaanoever en in de Gazastrook maar als gevolg van de oorlog met Israël zijn ze ook naar Jordanië gevlucht en hebben sommige Palestijnen zich daar ook permanent gevestigd
Hoewel de Palestijnen in Jordanië ongeveer de helft van de bevolking uitmaken zijn zij ondervertegenwoordigd in het Jordaanse bestuur. Negen van de 55 senatoren die door de koning zijn benoemd zijn Palestijns en in de kamer van afgevaardigden bezetten zij 18 van de 110 zetels. Palestijnen worden gediscrimineerd op de arbeidsmarkt en hun toegang tot de universiteit is beperkt